Paris-Versailles

Sommige hardloopwedstrijden loop je en dan weet je “deze ga ik nooit meer vergeten”! Paris-Versailles was er absoluut zo een.

Het begon allemaal met een heftige chemokuur van een half jaar lang die ik erg onderschat had. Ik hoefde er niet voor naar het ziekenhuis maar mocht gewoon thuis chemotabletten slikken. Appeltje-eitje, dacht ik. Niets bleek echter minder waar. Na een paar kuren kreeg ik last van mijn voeten en niet zo’n beetje ook… Als ik erop liep, ontstonden er onmiddelijk blaren en de huid onder mijn voeten liet spontaan los. Aan de binnenkant van mijn handen hetzelfde feestje. En waar ik de infuus-chemo’s lekker door had kunnen wandelen en hardlopen, kon ik dat bij deze kuur wel vergeten. Sterker nog, ik kon niet eens normale schoenen aan. Halsreikend keek ik uit naar 6 maart, de dag waarop ik de laatste pluk tabletten in moest nemen. Een kleine week later merkte ik gelukkig al dat mijn voeten zich weer herstelden. Yes, ik kon weer wandelen én weer hardlopen! Om een beetje een uitdaging te hebben om naartoe te werken, opperde mijn hardloopbroertje Theo (die in Parijs woont) om ons samen in te schrijven voor de klassieker “Paris-Versailles”, een hardloopwedstrijd die al ruim 45 jaar in Parijs georganiseerd wordt en die in 16km van de Eiffeltoren naar Versailles gaat. Ja, dat leek me wel wat! En in een half jaar zou dat toch moeten lukken. 

Goed, dat viel toch wel tegen. Vooral omdat ik nog altijd tabletten slik die helaas sterk uitwerken op mijn gewrichten. Maar met een rustige opbouw lukte het om steeds verder aan een stuk te rennen. Dat moest op het eind wel even wat sneller opgebouwd worden toen na een onverwachte pauze in het trainingsschema vanwege een intensieve mantelzorgperiode september wel heel rap dichterbij was gekomen. Dat sneller opbouwen vonden de gewrichten echt niet leuk, na elke lange loop had ik dagenlang zeer pijnlijke knieën en heupen. Maar qua conditie lukte het gelukkig wel, dus dat gaf dan ook wel weer een boost en vertrouwen dat het wel zou moeten lukken.

 

En toen was het ineens 28 september! Een prachtige zondag in mijn favoriete Parijs. Al vroeg waren we met de overvolle trein van ons hotel naar Pont d’Alma gereisd waar we op de hoek van de brug met mijn broertje hadden afgesproken. Met z’n drieën liepen we de menigte (25.000 deelnemers) in die zich onder de Eiffeltoren verzamelde. In deze wedstrijd wordt niet in aparte startgroepen op basis van geschatte eindtijd gestart, maar sluit je gewoon in een rij aan waarbij er steeds plukjes van 300 lopers tegelijk op weg gestuurd worden. Dat zorgde ervoor dat we de hele tocht mensen om ons heen hadden. De meesten haalden ons in, maar soms konden wij ook mensen inhalen. Theo en Bas die natuurlijk echt veeeeel sneller zijn dan ik, bleven toch bij mij lopen. Dat was ontzettend gezellig! Die twee kletsten er heerlijk op los en zorgden ervoor dat ik niet te veel nadacht over waar ik mee bezig was. De tocht begon langs de Seine (en ging ook echt pal langs ons hotel!). Na ongeveer 6km hadden we de rand van Parijs bereikt. En toen begon de klim… Twee kilometer lang met een stijging van 7%. Echt heel pittig. Dat stuk bergop rennen, het lukte me gewoon niet. Dus dat stuk hebben we gewandeld. Daarin waren we overigens zeker niet alleen. Het jammere van deze A naar B route was trouwens dat we nu wel flink omhoog geklommen waren, maar dat dat maar beperkt beloond werd met een afdaling daarna. Wel een paar stukjes die heerlijk naar beneden liepen, maar lang niet zoveel als dat we naar boven hadden gemoeten. Gemeen hoor ;).

  

 

Na de klim volgde echt een ongelooflijk mooi stuk door de bossen. Heel groen en echt een prachtig pad. Echt ontzettend genieten, dit stuk. En eenmaal het bos weer uit kwamen we op een prachtige brede laan die ons richting de finishboog leidde, met uitzicht op dat indrukwekkende paleis Versailles. Wat een waanzinnige ervaring om daar met Bas en Theo aan mijn zij te finishen. Met de medaille om ons nek liepen we nog even naar de hekken van het paleis toe en stapten toen in de trein weer terug naar Parijs. Ik denk dat mijn neus nog meer dan mijn medaille glom van trots!

  

   

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *